Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

Wat heb ik een diep respect gekregen voor mantelzorgers. Eigenlijk had ik dat jaren geleden al, maar onlangs werd ik toch weer opnieuw met mijn neus op de feiten gedrukt: mantelzorgen kan heel zwaar zijn.

Acht jaar geleden kreeg mijn lief het aan zijn hart, en niet zo'n beetje ook. Het zou drie jaar duren voordat hij weer helemaal de oude was en in die drie jaar was ik zijn mantelzorger. Wat was ik ontzettend blij dat ik zijn mantelzorger mocht en kon zijn, want het had zo anders af kunnen lopen...

Hij kon nog net een stukje door het huis lopen, maar dan had je het ook gehad. Met medicijnen werd zijn hartslag zo laag mogelijk gehouden, zodat zijn hart de rust kreeg om weer tot normale proporties terug te keren. Dat betekende voor mij dat ik hem overal bij moest helpen en dat ik hem ook geen ogenblik uit het oog kon verliezen. Daarnaast waren alle taken in en om het huis nu mijn pakkie-an geworden en neem van mij aan, dat zijn er dan plotseling toch wel heel veel. Op bezoek gaan, een eindje wandelen, mijn hobby's, mijn werk, ik moest het allemaal laten varen, want mijn lief verdiende nu echt even alle aandacht. Het viel absoluut niet mee allemaal, maar wat hebben we tussen de spannende en vermoeiende momenten door samen wat afgelachen.

Sinds kort is mijn lief de trotse bezitter van een nieuwe heup. Dat betekende alleen wel dat hij opnieuw al mijn zorgen nodig had. Iedere morgen helpen om hem veilig de douche in te krijgen, zijn benen en voeten afdrogen en insmeren en helpen met aankleden. De eerste week 's nachts mee uit bed gaan als hij moest plassen, want hij zou eens struikelen. Ontbijt voor hem klaarzetten, koffie en thee brengen, want met twee krukken houd je geen handen over om iets te dragen.

Alle karweitjes kwamen weer even voor mijn rekening en ook nu ontdekte ik hoeveel mijn lief mij normaliter uit handen neemt. Het werd me weer even heel duidelijk: als alles normaal is zijn we een hecht team, een geoliede machine, zeker 's morgens als we opstaan, dan zijn de taken keurig verdeeld.

Gelukkig was het dit keer allemaal niet zo heftig en duurde het maar zes weken. Maar toen ik op een van die morgens weer eens op mijn knieën voor hem lag, moest ik toch denken aan al die mantelzorgers die dag in, dag uit, jaar in, jaar uit voor hun man, kind, ouders of anderen zorgen. Ik heb een diep, diep respect voor hen, maar ook een waarschuwing. Laat het nooit zover komen dat je jezelf helemaal wegcijfert. Zorg dat er altijd nog tijd is voor jou, anders red je het echt niet. Je moet af en toe ook dingen voor jezelf blijven doen. Even op adem komen, even eruit. Als je dat niet doet, loop je gegarandeerd vast en daar is niemand bij gebaat. En blijf genieten van het feit dat je mantelzorger mag zijn, want het is en blijft iets heel moois om te mogen doen.