Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief
 

Omdat mijn dochter vandaag 38 jaar wordt, wil ik nog een heel klein fragmentje uit mijn boek in wording prijsgeven. De namen zijn uiteraard veranderd.

"Ik zie het hoofdje al," zei de verloskundige. En toen werd ik zo nieuwsgierig dat ik alles op alles zette toen de volgende wee eraan kwam.

"Je moet eruit, verdomme," vloekte ik onder het persen. En terwijl ik weer opnieuw aanzette om te persen, riep mijn verloskundige opeens: "inhouden, inhouden!" En toen gooide de pleeg me ineens achterover.

Met een ruk schoot ik overeind, toen ik een zacht kreetje hoorde. Een klein, roze wezentje zette het in de armen van onze verloskundige op een huilen.

"Een jongen," riep ik, maar toen haalde de vroedvrouw haar vingers weg tussen de beentjes van onze kleine meid.

"Nee, een gezond meisje," zei de lolbroek. "Maar ik ben bang dat ze net iets te licht is en daarom gaan we haar snel even wegen." Nog voordat ik haar ook maar even had kunnen aanraken, liep ze snel met die kleine kruimel weg.

Teder boog Joost zich over me heen en kuste me heel behoedzaam.

"Schat, we hebben een dochter," zei hij met verstikte stem.

"Proficiat, pappie," zei ik. "Nou zit je voortaan met twee meiden opgescheept." Net toen Joost commentaar wilde geven, kwam de verloskundige terug met onze dochter. Behoedzaam legde ze haar in mijn armen.

"Ze weegt net iets meer dan vijf pond, dus ze hoeft gelukkig niet in een couveuse," stelde ze ons gerust. En toen liet ze ons weer even alleen.

"Welkom op deze wereld, lieve Julia," fluisterde ik zachtjes en langzaam rolden er tranen van geluk over mijn wangen, terwijl Joost zich helemaal verliefd over zijn twee vrouwen boog. Met gevouwen handjes lag dat kleine wezentje vol vertrouwen tegen mij aangevleid.

"Wat is ze toch klein en hulpeloos," dacht ik bij mezelf. "Dat dat kleine wichtje toch al die tijd in mijn buik heeft gewoond en dat het een stukje is van Joost en mij, dat is haast toch niet te geloven," mijmerde ik verder. "Het is net een wonder, hè Joost?" En met die vraag verbrak ik de magische stilte, die er al die tijd dat Julia in mijn armen lag al heerste. Voorzichtig begonnen we samen haar vingertjes en teentjes te tellen en ja hoor, alles zat er op en er aan. Nou ja, alles... Wat haren betreft, was er toch een kleine tegenvaller, want die waren er nauwelijks te vinden. Dat kleine beetje dons wat er stond, was duidelijk rood van kleur, een kleur die Joost en ik absoluut niet hadden verwacht.

"De buurman," zeiden we haast tegelijk en samen schoten we in onze lach.

"Sssst," zei ik meteen. "Je dochter slaapt." En teder aaide Joost haar over haar wangetje. Voorzichtig nam Joost zijn dochter in zijn armen en saampjes bleven we naar haar kijken totdat de zuster haar kwam halen om haar naar haar wiegje te brengen.